Futureproof ondernemen, dat was medio april het thema tijdens de Week van de Ondernemer 2015 (WvdO), hét event van en voor ondernemers. Naast een keur aan specialisten, adviseurs en trendwatchers was er een rol weggelegd voor een aantal Oranje Handelsmissiefonds-winnaars. Immers: niets zo inspirerend voor ondernemers als de ervaringen ván ondernemers.

Energie

Zo’n zestig ondernemers luisterden in een van de grotere zalen naar Werner Ghitti, CEO van Spijkstaal Elektro, bouwer en leverancier van elektrische voertuigen. ‘We hadden een soort rondetafelgesprek met collega-onderneming Farm Frites en experts van ING. Het geeft energie om te merken dat je ondertussen aardig wat ervaring hebt met internationaal zakendoen. Veel ondernemers in de zaal moeten de eerste stap nog zetten en je merkt dat zij echt van jouw ervaringen willen leren en dat je ze tips kunt geven waar ze wat mee kunnen.’

Aandacht, aandacht, aandacht

Mijn beste tip laat zich samenvatten als ‘aandacht, aandacht, aandacht’. Aandacht voor het land waarin je zaken wilt doen; ook door je aanwezigheid. De handelsmissies zijn daar heel geschikt voor. Maak gebruik van ambassades en consulaten; zij hebben een lokaal netwerk. En ik adviseer: plan een bezoek aan je grootste concurrent aldaar. Die kent de ins en outs van de markt. Die concurrent zal je wellicht niet meteen met open armen ontvangen, maar juist dan merk je dat het cachet van een handelsmissie, zeker als ons koninklijk paar erbij is, deuren opent die eerst gesloten bleven.

Leren van valkuilen

‘Ik kom elk jaar als bezoeker naar de WvdO; voor mij staat het event voor plezier en inspiratie. Dit jaar was ik zelf spreker. Heel erg leuk, want wat is er nu mooier dan over je passie te vertellen en daarmee je ervaringen te delen met collega-internationale ondernemers’, vertelt Arnoud Aalbersberg, CEO van Tropicare, bekend van het merk Care Plus, specialist in reisbescherming. ‘Wij zijn inmiddels in 28 landen actief, dus ik heb ook wel een verhaal. Nee, daarbij laat ik de dingen die misgingen niet weg. Integendeel; van de valkuilen leer je als ondernemer het meest.’

Aandacht voor details

‘In een van mijn sessies lag de focus op Amerika, een land waar ik graag naartoe wil met mijn bedrijf. Via Skype nam een dame van het consulaat in New York aan het gesprek deel en daar heb ik ook zelf veel van opgestoken. De belangrijkste boodschap: schenk aandacht aan ogenschijnlijke details. In Amerika is A4 – anders dan hier – geen standaardformaat, en Amerikaanse spelling is anders dan Engelse spelling, dat soort zaken. Heel belangrijk als je wilt laten zien dat je je beoogde markt serieus neemt. En ga als je kunt mee met een handelsmissie. Ik kreeg die als Oranje Handelsmissiefonds -winnaar cadeau en dat is een geweldig lanceerplatform gebleken. Ik raad het elke ondernemer met internationale plannen aan.’

Georganiseerd onderonsje

Op dinsdag aan tafel met minister Ploumen en de dag erna het podium delen met premier Rutte; dat overkwam Gemma Broekhuis, oprichter en eigenaar van Milestone Cards. ‘Samen met een aantal andere vrouwelijke ondernemers had ik een georganiseerd onderonsje met Lilianne Ploumen en ING-directeur Annerie Vreugdenhil. Zij wilden van ons horen wat ondernemers die internationaal ondernemen zoal tegenkomen en wat er beter kan. Geweldig van de minister dat ze op zo’n directe manier peilt wat er leeft.’

Ontspannen premier

Geef uw groeitip door aan de premier. Zo’n 500 ondernemers konden dit doen tijdens een speciale bijeenkomst met Marc Rutte. Broekhuis: ‘Ik was met twee andere ondernemers gevraagd om dit op het podium te doen. Mijn tip: je kunt uitgebreid research doen vanachter je bureau, maar niks haalt het bij de lokale kennis van een ambassade of consulaat. Het was ontzettend leuk om mijn verhaal te doen tegenover zoveel collega-ondernemers. Spannend natuurlijk samen met de premier, maar die is zo ontspannen dat je dat zelf ook snel wordt. Sowieso is het geweldig, zo’n week die helemaal over ondernemen gaat. Je pikt er zoveel van mee en ontmoet zoveel mensen. Wij gaan dit jaar bijvoorbeeld in Amerika zakendoen; daar praat je dan over en voor je het weet heb je een vracht aan nuttige tips binnen!’

Spiegelen

‘Wat opvallend is, is dat de vragen tijdens mijn rondetafelgesprek met Janneke Willems vooral over valkuilen gingen: wat kan er allemaal misgaan als je internationaal gaat ondernemen’, vertelt Eric Pieters van Micanti, fabrikant in zelfklevende folie op scheepshuiden. ‘Maar volgens mij gaat het vooral om het hebben van de juiste antennes, om het vermogen om te kunnen spiegelen. Snap jij mij, snap ik jou. Relatie dus. Dat is veel belangrijker dan allerlei beren op de weg zien die er misschien helemaal niet zijn.’

Rampenondernemer

‘En als er dan toch wat tegenzit dan zorg je dat je dat overwint. Grappig dat ik Frank Krakke tegenkwam, de zogenaamde ‘rampenondernemer’ en schrijver van het gelijknamige boek; die heeft dat als geen ander ondervonden. Het leuke van zo’n event als WvdO is dat je van die onverwachte ontmoetingen hebt. Zo kwam ik een gamingondernemer tegen die games ontwikkelt met simulaties uit de scheepvaart; dat kan voor mijn bedrijf heel interessant zijn. Ik heb dan ook heel wat kaartjes uitgewisseld die dag!’

Baat bij Oranje Handelsmissiefonds-partners

‘Ik zat tijdens twee sessies aan tafel met experts van Clingendael en ING om te praten over zakendoen in China’, vertelt Maurits Teunissen van Styleshoots. ‘Mijn rol was die van ervaringsdeskundige. Via Skype praatte er ook iemand mee van de post in Guangzhou. Zelf heb ik enorm veel baat gehad – en nog steeds – van de contacten met de partners van het OHMF: de RvO, KLM en ING. Maar je hoeft natuurlijk geen Oranje Handelsmissiefonds-winnaar te zijn om van die organisaties gebruik te maken. Ik zou dat elke ondernemer aanraden; zeker als je voet aan de grond wilt krijgen in China.’

In de ogen kijken

Want in China is volgens Teunissen niks wat het lijkt. ‘De mensen daar zijn voor westerlingen lastig te lezen. Daarom is het ontzettend belangrijk om je in het land te verdiepen, niet alleen achter de pc, maar vooral door er te zijn. Vertrouwen, daar draait het om en daarvoor moet je elkaar in de ogen kunnen kijken. Dat was mijn belangrijkste boodschap voor de zaal. Iedereen vindt het fijn om z’n kennis te delen, ik ook. Ontzettend leuk om te merken dat mensen na zo’n praatje op je afstappen met hun vragen. En het levert jezelf ook altijd wat op; is het niet direct, dan wel in tweede of derde instantie. Zeker weten dat er over een tijd iemand naar me toekomt die zegt: “ik zat laatst in de zaal toen jij…”. En dat levert dan vast weer een mooi contact op.’