Azeco wil doorbreken in VS

Azeco Cosmeceuticals is een van de 27 genomineerden voor het Oranje Handelsmissiefonds. Het bedrijf presteert goed op de Europese markt, maar wil graag naar de Verenigde Staten. “Export blijft toch vooral mensenwerk”, zegt CEO Claudie Kessels.

Zo’n vijftien jaar geleden begon eigenaar John Herfs aan het project dat resulteerde in de oprichting van de zusterbedrijven Azelaic Products en Azeco Cosmeceuticals. Dat deze allebei met ‘aze’ beginnen is geen toeval. Voor beide bedrijven is azelaïnezuur een belangrijk ingrediënt. Dat is een actieve stof die in de medische wereld wordt gebruikt in crèmes voor onder andere acnehuid, en die Azeco Cosmeceuticals ook toepast in cosmetica­producten. Azeco Cosmeceuticals exporteert inmiddels succesvol naar diverse Europese landen, waaronder Frankrijk en Duitsland, maar heeft nu de Verenigde Staten in het vizier. Het bedrijf is dan ook blij met zijn nominatie voor het Oranje Handelsmissiefonds (OHMF).

Kwaliteitsniveaus

De bedrijven zijn nu nog gevestigd in een bedrijfsverzamelgebouw in Herten (onder de rook van Roermond), maar begin november verhuizen ze naar een nieuw, groter onderkomen. “We zijn al actief sinds 2014 en groeien nog ieder jaar”, zegt Claudie Kessels, CEO bij Azeco. Ze erkent dat het werken met een medisch ingrediënt als azelaïnezuur een kwaliteitsimpuls geeft aan de cosmeticaproducten. “Farma is een heel specifieke tak van sport, waar ingewikkelde regelgeving aan vasthangt. Dat is best begrijpelijk, want er moet controle zijn op de actieve stoffen die in medicijnen worden gebruikt. Het grote verschil met cosmetica is dat de regelgeving daarvoor minder ingewikkeld is. Azeco onderscheidt zich in de markt door bij de cosmetica dezelfde kwaliteitsniveaus te handhaven als die voor de farmacie worden gebruikt. Ons product is kwalitatief het meest hoogwaardige en doet heel veel voor de huid. Het heeft ook nog een functie voor haargroei.”

Multinationals en indie brands

Extra interessant is volgens Kessels de plantaardige oorsprong van het product. “In de huidige tijd van sustainability is dat zo onderhand een voorwaarde in de cosmetica-industrie. Onze Azepur99® heeft bovendien weinig bijwerkingen.”

Dat Azeco dezelfde kwaliteitseisen stelt aan producten voor cosmetica als voor de farmacie, zorgt ervoor dat het vooral ­in­ter­nationale cosmeticafabrikanten tot zijn belangrijkste klanten kan rekenen. Een andere klantengroep omschrijft Kessels treffend als indie brands. “Dat zijn in de regel wat kleinere onafhankelijke bedrijven, die een heel sterke focus hebben op bijvoorbeeld ‘100 procent natuurlijk’ of ‘niet te veel conserveringsmiddelen’. Natuurlijk zijn er ook cosmeticafabrikanten die genoegen nemen met een wat laagwaardige formulering en daarmee willen voorzien in bepaalde behoeften van de markt, maar daar past onze Azepur99® niet bij.” Met andere woorden: Azeco gaat voor de hoogste kwaliteit en dat heeft mede de doorslag gegeven bij de nominatie voor het OHMF.

Wensenlijstje

Goed beschouwd is Azeco nog niet eens zo lang actief met het exporteren naar de cosmetica-industrie. “Tot 2020 hadden we niet zoveel cosmeticaklanten, maar in dat jaar hebben we de marketingaanpak van de cosmetica vormgegeven. Vanaf 2021 zijn we daarmee echt actief naar buiten gegaan voor de cosmeticatak”, legt Kessels uit. “Nederland is in cosmetica niet echt de grootste speler, dus wij zoeken het al gauw in andere landen. Europa is voor ons bijna een ‘binnenlandse’ markt. Natuurlijk hebben we eerst gekeken naar wat de belangrijkste cosmeticaproducerende landen zijn en daar richten we onze pijlen met name op. Vorig jaar zijn we bijvoorbeeld heel actief geweest om de Franse en de Duitse markt te benaderen. Nu hebben we op ons wensenlijstje staan in de Verenigde Staten door te breken. Dat is ook het land waar wij ons met onze inzending voor het OHMF op richten; we willen de Amerikaanse markt professioneel en voor de lange termijn kunnen aanpakken.”

Mensenwerk

Tegelijkertijd heeft Azeco al redelijke succes­sen in landen buiten Europa. Dankzij een contact op een beurs kwam Mexico in beeld, er zijn voorzichtige stapjes gezet in het strenge Japan en een Britse distributeur helpt om exportproblemen als gevolg van de Brexit te verhelpen. “Ieder land heeft zo zijn eigen manier van zakendoen, zijn eigen cultuur en zijn kenmerken”, weet Kessels. “In het ene land zijn handtekeningen en stempels nog heel erg belangrijk, en in een land als Japan zijn de kwaliteitsstandaarden weer ontzettend hoog. In Japan gaat het niet van vandaag op morgen, het zijn iedere keer stapjes.”

Kessels is trots op haar team, dat haar veel voorbereiding en papierwerk uit handen neemt. “Het is altijd een teamprestatie, als er iets lukt of goed gaat. Ik denk, alles een beetje samenvattend, dat export en het ontwikkelen van nieuwe markten uiteindelijk toch vooral mensenwerk blijft. In een wereld waarin kunstmatige intelligentie en allerlei technologie de boventoon voeren, komt het evengoed neer op contact tussen mensen. Vaak is het zo dat je in een persoonlijk gesprek veel sneller iets oplost dan met honderd mailtjes die heen en neer gaan.”

Met het Oranje Handelsmissiefonds ondersteunen evofenedex, EY, het ministerie van Buitenlandse Zaken, Regina Coeli, RVO en UPS jaarlijks tien mkb-bedrijven met hun exportambities. De inschrijving voor 2025 gaat binnenkort open.

Bron: