Geen zes of zeven landen tegelijk

Als het op de thuismarkt goed gaat met je product, is de stap naar het buitenland niet eens zo moeilijk. Dat is de belangrijkste les die softwareleverancier Infoland heeft bij het opzetten van zijn export naar Zweden. “Als je thuis je sporen hebt verdiend, wordt het bijna een organisch proces er internationale klanten bij te krijgen”, zegt CEO Marieke Kessels.

Infoland, dat onder de naam ‘Zenya’ kwaliteits- en risicomanagementsoftware op de markt brengt, is een van de winnaars van het Oranje Handelsmissiefonds (OHMF) 2022. Het bedrijf, in Veldhoven zo’n beetje de buurman van nationale exporttrots ASML, zette tweeënhalf jaar geleden de eerste stappen op het exportpad met levering aan de Caraïbische eilanden. “Dat overkwam ons een beetje”, vertelt Marieke Kessels. “In Nederland en Vlaanderen hebben we 650 tevreden klanten. We zijn een grote leverancier voor de zorg in Nederland, en via Nederlandse ziekenhuizen werd een aantal ziekenhuizen in de Nederlandse Cariben met ons in contact gebracht. Grant Thornton is onze partner daar, dat hielp ook.”

Kwaliteit boven kwantiteit

Met de Caraïbische ervaring op zak werd de export naar Zweden aangepakt. “We kwamen uit op Zweden omdat er cultureel veel overeenkomsten zijn met ons land; de Zweden beheersen de Engelse taal uitstekend en het land is digitaal goed ontwikkeld. Dat laatste is best belangrijk als je software verkoopt”, aldus Kessels. Bij die aanpak prefereerde Infoland kwaliteit boven kwantiteit. “We zijn altijd wel op een paar paden tegelijk actief, maar bij export is het niet handig om zes of zeven landen tegelijk proberen te pakken.”

Denemarken volgende land

In Zweden lijkt dat, in nauwe samenwerking met partner Frontwalker, goed te lukken. Met steun van het OHMF zal vervolgens de export naar Denemarken op gang worden gebracht. Dit is een logisch tweede land, vindt Kessels. “Langs de lijn Kopenhagen, Malmö, Stockholm gebeurt al vrij veel en we werken het komende jaar hard om het partnerschap met Frontwalker verder uit te bouwen. We willen ze goed onboarden. Voor onze Zweedse klanten zijn zij immers het eerste aanspreekpunt”, zegt Kessels. Ze heeft in elk geval geleerd dat bij export een gestage opbouw van het netwerk belangrijker is dan een supersnelle groei en dat een goede partner in het land zelf heel belangrijk is. “Het gaat er vooral om bedrijven te vinden die net zo denken als wij.”

Met het Oranje Handelsmissiefonds ondersteunen evofenedex, EY, het ministerie van Buitenlandse Zaken, Regina Coeli, RVO en UPS jaarlijks tien mkb-bedrijven met hun exportambities.

Bron­vermelding:

Globe magazine van evofenedex