‘Voor een gewone gevel moet je niet bij ons zijn’
De Markthal in Rotterdam, het Van Gogh Museum in Amsterdam en het futuristische Fletcher hotel langs de A2 bij Amsterdam. Het zijn allemaal gebouwen waarvan de gebouwschil gemaakt is door Octatube: een Nederlands mgenieursbureau en bouwbedrijf dat gespecialiseerd is in het maken van complexe achitectonische constucties.
“Eigenlijk houden wij het midden tussen een engineeringsbedrijf en een gevelaannemer”, vertelt directeur Nils Eekhout. “We hebben veel slimme jongens op kantoor zitten die moeilijke puzzels op kunnen lossen, maar ook jongens die geweldig zijn met een lasapparaat en een schroevendraaier.”
Gewone gevel
Het bedrijf bestaat nu zo’n 35 jaar en is opgericht door Nils’ vader. “Mijn vader is afgestudeerd op spaceframes, dat zijn ruimtelijke constructies die weinig gewicht hebben. Hij heeft altijd een drive gehad om innovatief bezig te zijn. Dat is vandaag de dag nog steeds de mentaliteit van ons bedrijf: voor een gewone gevel moet je niet bij ons zijn. Wij zijn juist goed in zeer complexe constructies die innovatief zijn.”
Eigen clubje
Elf jaar geleden kwam Nils in het bedrijf. “Ik was net afgestudeerd in bouwkunde toen er iemand uitviel in het bedrijf. Ik kwam voor hem in de plaats en binnen een jaar kreeg ik al meer de leiding en kon ik er mijn eigen clubje van maken. Al snel kreeg ik aandelen in het bedrijf en ging ik me bezighouden met directievoering. Mijn vader is nu 65 en officieel runnen we het bedrijf samen, maar mijn vader is niet meer overal direct bij betrokken. Hij kiest zelf een aantal projecten en is verder een vraagbaak voor het bedrijf.”
Arrogant
De laatste vijf jaar heeft Octatube een grote vlucht genomen. “Arrogant gezegd komt dat doordat we altijd goed werk leveren en erg slim zijn. Als je meer werk wilt, moet je slim met je verkoop omgaan. Wij reageren daarom niet alleen op de vraag uit de markt, we zoeken de vraag ook op. Nederland is nu onze hoofdmarkt, dat is lange tijd Spanje geweest, maar daar heeft de economische crisis zo hard toegeslagen dat we onze bakens verzet hebben. In het buitenland ligt de focus nu op het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. We overwegen daar vestigingen te openen.”
Londen
Eekhout hoopt dat het Oranje Handelsmissiefonds kan helpen de Londense markt open te breken. “We zijn daar nu al bezig met twee aansprekende projecten die veel Londenaren kennen. We maken de nieuwe entree voor het Victoria and Albert Museum en verschillende glazen onderdelen voor het nieuwe hoofdgebouw van de Londen Businesschool. Maar we willen daar veel meer gaan doen.”
Contactgegevens
En dat blijkt nog best lastig te zijn. “In Nederland bel je een secretaresse van een aannemer en die verbindt je zo door met de projectleider. Maar in Londen werkt dat niet zo. Als je niet weet wie je moet spreken en wat zijn telefoonnummer is, dan kom je er niet. Er zijn zo’n 10 tot 15 personen waar wij de contactgegevens van nodig hebben, hopelijk kan het OHMF daar bij helpen. We hebben dus nog maar een klein zetje nodig.”
Ambitie
Naast Londen wil Eekhout ook Duitsland veroveren. “We draaien nu een omzet van zo’n 14 miljoen en onze ambitie is daar binnen een paar jaar 25 miljoen van te maken. Dat lukt niet door op één paard te wedden. We willen in meerdere landen actief zijn zodat we kunnen switchen als een markt tegen blijkt te vallen. Amerika staat ook op ons lijstje maar je kunt niet op 20 landen tegelijk schieten. Als je overal het wiel moet uitvinden is de kans groot dat je je neus stoot.”