In samenwerking met Rijksdienst voor Ondernemend Nederland – Wil jij graag de grens over met je bedrijf, maar kun je daar wel wat hulp bij gebruiken? Dan is het Oranje Handelsmissiefonds (OHMF) misschien wel iets voor jou. Daan Schapendonk, eigenaar van Fruitfunk, is een van de OHMF-winnaars van 2020. MTSprout sprak hem over zijn ervaring.

Het Oranje Handelsmissiefonds is een initiatief van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) samen met partners Evofenedex, EY en UPS. Het is een wedstrijd waarbij tien winnaars een jaar lang intensieve begeleiding krijgen bij hun internationale plannen.

Een van die winnaars is Fruitfunk. Dit Nederlandse bedrijf ontwikkelt verantwoorde snoep en snacks, gemaakt van meer dan 98% fruit. Het bedrijf bestaat nu 7,5 jaar, en de producten worden inmiddels verkocht in maar liefst 23 landen.

Om mee te kunnen doen met het Oranje Handelsmissiefonds, is het belangrijk om in Nederland al succes te hebben, en internationale ambities te hebben. ‘We zijn bezig om Europees marktleider te worden op het gebied van verantwoorde tussendoortjes,’ vertelt Schapendonk. ‘Hiervoor wilden we graag een marktintroductie in Frankrijk. Het was ons zelf nog niet gelukt om daar door te breken, omdat er echt een andere cultuur heerst. We hebben ons toen met dit vraagstuk ingeschreven voor het Oranje Handelsmissiefonds, en werden uitgekozen als een van de winnaars!’

Doordat Fruitfunk in coronatijd won, waren de festiviteiten minder uitbundig dan normaal. Toch heeft Schapendonk een goed gevoel aan de winst overgehouden. ‘Ik was vooral heel enthousiast over de opvolging vanuit de organisatie. Dat hebben ze echt heel goed gedaan.’ Het winnaarstraject begon met een intakegesprek, waarin de eigenaren over het bedrijf en hun wens konden vertellen. Vervolgens werden al snel de eerste contacten gelegd.

‘Als ik zelf een marktintroductie doe, ga ik op zoek naar supermarkten en distributeurs. Ik heb hiervoor ook een agent uit het land zelf op commissiebasis. Deze tactiek werkte in Frankrijk tot op heden niet. Het Oranje Handelsmissiefonds slaat een andere weg in, zij hebben een heel ander netwerk dan ik.’

RVO heeft Fruitfunk geholpen aan contacten met ambassades en in regio’s. Zo kwamen ze in contact met de Landbouwraad Frankrijk en NBSO Nantes. Het bedrijf werd ook door de Frankrijk-adviseur van RVO geadviseerd gebruik te maken van de RVO-subsidie Support International Business (voorheen Starters International Business). Met deze subsidie deed Fruitfunk mee aan het event Wabel, waar ze gesprekken voerden met inkopers van supermarkten.

Ook van andere partners kreeg Fruitfunk veel ondersteuning. ‘Zo heeft de Evofenedex ons bijvoorbeeld cursussen en seminars op het gebied van logistiek gegeven. De partners belden vervolgens steeds na, ik had echt het gevoel een paar extra collega’s te hebben die ons bijstonden. Zo konden we echt doorpakken.’

Het was niet de eerste keer dat Fruitfunk meedeed aan de wedstrijd. Bij de vorige deelname bleef het bedrijf steken bij de laatste vijftien. ‘We waren toen nog niet winstgevend, en kregen de tip om in Nederland nog iets verder door te groeien voor een stabiele basis.’ Schapendonk en zijn compagnon namen deze tip ter harte, en besloten een aantal jaar later weer mee te doen, met succes!

Doordat Schapendonk voor de tweede keer meedeed aan de wedstrijd, wist hij beter wat hij kon verwachten. ‘Het is belangrijk dat je precies weet wat je wilt bereiken. Wij hadden een heel concrete vraag. Ook moet je kunnen laten zien dat je er goed over na hebt gedacht. Waarom wil je precies naar een bepaald land?’

De keuze voor Frankrijk als focusland voor de competitie was bewust. ‘De eerste keer deden we mee op Duitsland. Nu hebben we gekozen voor Frankrijk, zodat de inzending beter op zou vallen. Frankrijk is minimaal net zo belangrijk voor ons, en in Duitsland zijn we nu op eigen kracht gestart.’

Helaas is de marktintroductie in Frankrijk nog niet gelukt. Toch is Schapendonk erg blij met zijn deelname aan het Oranje Handelsmissiefonds. Hij weet dat internationaal ondernemen een kwestie van een lange adem is. ‘Al doende leer je, er is geen handboek. Als je nu een supermarktketen belt, heb je altijd kans dat je te vroeg of te laat bent. Wij geven niet op, dan bellen we vijf jaar lang acht keer per jaar. Als je gelooft in wat je doet, is opgeven geen optie.’